Jaarverslag 2024
Lieve Drooghmans 12 mei 2025

Architectuurwijzer (AW) is een culturele architectuurorganisatie die wil bijdragen aan kwalitatieve architectuur en een innovatieve wooncultuur in Vlaanderen. We zijn sterk overtuigd van de impact die kwaliteitsvolle architectuur kan hebben op onze samenleving. Vanuit dit besef zetten we thema’s zoals coöperatief wonen, zorg voor erfgoed, hergebruik en goed opdrachtgeverschap op de agenda.

Op geregelde tijdstippen gaan we in dialoog met de praktijk, het beleid, het academische veld en het bredere publiek. Om architecten, besturen en bouwprofessionals te inspireren tot meer kwalitatieve architectuur organiseren we verschillende activiteiten, zoals architectuurreizen, rondleidingen, lezingen en debatavonden. Samen met architecten, fotografen, kunstenaars … creëren we expo’s waar mensen elkaar ontmoeten en van gedachten wisselen.

Dit jaarverslag geeft inkijk in onze werking in 2024. Was je erbij? Fijn! We hopen je ook de volgende jaren bij onze activiteiten te mogen verwelkomen. Daarnaast nodigen we je uit om nog wat verder terug te kijken dan 2024, want we vulden dit jaar onze Historiek aan, goed voor een compact overzicht over 33 jaar Architectuurwijzer.

 

Inhoud

1 – Coöperatief wonen in Vlaanderen
      Leertraject Coöperatieve Woonprojecten Vlaanderen
      Expo Hier wil ik wonen!
      Nieuwsbrief Coöperatief Wonen

2 – Limburgse mijncités
      Woonacademies met de mijngemeenten
      Onderzoek naar coöperatief wonen in de mijncité van Beringen

3 – Goed opdrachtgeverschap
      Expo Hasselt Hertekend & digitalisering
      Expo Op de fiets! – CCHA
      Expo Op de fiets! – Cera
      Expo Wonen PLUS – CCHA

4 – Architect als curator van ruimtes & materialen
      Niet-bouwen
      Hergebruik van materialen
      Inspiratie uit de praktijk

5 – Architectuurreizen
      Architectuurreis München
      Architectuurreis Tilburg

Architectuurwijzers
Partners
Samenwerking in de sector

 

1 – Coöperatief wonen in Vlaanderen

Na een intensieve periode van reflectie over coöperatief wonen in Vlaanderen en Europa, heeft AW in 2024 de focus gelegd op twee sporen. Ten eerste is het leertraject Coöperatieve Woonprojecten in opdracht van Agentschap Wonen in Vlaanderen en departement Omgeving gefinaliseerd en samengevat in een nieuwe publicatie. Daarnaast heeft AW hard gewerkt aan de voorbereiding van een nieuwe expo over coöperatief wonen in Vlaanderen. Via deze expo wil AW het coöperatief wonen op de kaart zetten en een breed publiek bereiken met veel inspirerende voorbeelden. Omdat er zoveel boeiend en nuttig nieuws is rond coöperatief wonen, is AW in 2024 gestart met een thematische maandelijkse Nieuwsbrief Coöperatief Wonen

Zowel de leerpunten uit het traject Vlaanderen als de expo zullen in 2025 aan de buitenwereld voorgesteld worden. Binnen het thema coöperatief wonen gaan we van een jaar van inhoudelijke verdieping in 2024 over naar een jaar van lezingen, workshops, rondleidingen op de expo en de voorstelling van de publicatie.

 

1.1/ Leertraject Coöperatieve Woonprojecten Vlaanderen 

Het Agentschap Wonen in Vlaanderen en het departement Omgeving lanceerden in 2022 een oproep naar steden en gemeenten om proeftuinen voor coöperatieve woonprojecten op te starten. Dit leertraject had van bij aanvang een dubbele finaliteit: enerzijds onderzoeken wat de haalbaarheid is en meerwaarde kan zijn van coöperatieve woonprojecten op diverse locaties, anderzijds bekijken wat de rol van de lokale en bovenlokale overheden hierbij kan zijn. Belangrijke partners in dit leertraject waren het Team Vlaams Bouwmeester en het Agentschap Onroerend Erfgoed. Sinds januari 2023 is Peggy Totté aangesteld als projectleider van dit leertraject. 

Er zijn proeftuinen opgezet in Antwerpen, Gent, Lier, Zedelgem en Kampenhout. In elke proeftuin stelde een lokaal bestuur een eigen grond of pand ter beschikking als locatie voor een toekomstig coöperatief woonproject. De motivatie van de lokale overheden varieerde van betaalbaar wonen, restauratie en beheer van erfgoed tot dorpskernversterking. Op basis van het onderzoek in deze proeftuinen zijn er kennis en inzichten opgebouwd rond de beleidsmatige, ruimtelijke en financiële randvoorwaarden en de bijhorende slaagkansen voor een project. Elke proeftuin toonde dat de rol van de overheid cruciaal is in de startfase, zeker als een betaalbaar woonaanbod beoogd wordt.

Najaar 2024 verwerkte Peggy Totté – samen met Cera, Tweeperenboom en de Vlaamse overheid – de inzichten uit de proeftuinen in een publicatie. Die biedt inzicht in hoe coöperatieve woonprojecten kunnen bijdragen aan Vlaamse en lokale beleidsdoelstellingen en wat belangrijke aandachtspunten en voorwaarden zijn voor steun vanuit de overheid. Het leertraject heeft duidelijk gemaakt dat drie factoren cruciaal zijn om een succesvolle opstart van een coöperatief woonproject te faciliteren: grond, financieringsmix en expertise. Hiermee hebben de overheden hefbomen in handen, waarmee ze de coöperaties kunnen versterken in functie van hun beleidsdoelstellingen. 

Op 27 februari 2025 worden deze resultaten aan het brede publiek voorgesteld. De Vlaamse overheid stelt de publicatie gratis ter beschikking. Rond de jaarwisseling 2024-2025 zijn de resultaten nog niet zichtbaar op het terrein, maar er zijn toch enkele hoopvolle tekenen uit de recente beleidsnota’s van de Vlaamse regering, Antwerpen en Gent. Zo toont dit citaat uit de beleidsnota van minister Melissa Depraetere (15/11/2024):

Wooncoöperaties staan in Vlaanderen nog in hun kinderschoenen. Na het reeds doorlopen leertraject, laat ik een onderzoek uitvoeren naar de financieel-economische gevolgen van dit model om het potentieel van coöperatief wonen verder te verduidelijken. Zo wil ik de verschilpunten met het klassieke huren en kopen duidelijk in beeld brengen. Startende coöperaties signaleren dat zij het vooral een grote uitdaging vinden om de nodige financiering bij elkaar te brengen. Mee op basis van de voormelde studie zal ik nagaan welke oplossingen nodig zijn.”

 

1.2/ Expo Hier wil ik wonen!

In 2024 heeft Architectuurwijzer hard gewerkt aan de geplande expo over coöperatief wonen in Vlaanderen. Terwijl het leertraject zich vooral focust op beleidsmakers, ambtenaren, coöperaties en andere professionals, zal de expo een veel breder publiek proberen warm te maken voor het coöperatief wonen. Aangezien het aantal gerealiseerde coöperatieve woonprojecten in Vlaanderen voorlopig nog beperkt is, wordt de expo opgevat als coöperatieve woondromen in Vlaanderen. Bij het dromen over de toekomst komen diverse aspecten aan bod. 

In een eerste luik tonen we de kracht en vernieuwing van de historische wooncoöperaties (1920) met hun tuinwijken aan de Brusselse rand. Een tijdslijn zal duidelijk weergeven dat de coöperaties geen nieuw gegeven zijn, maar al meermaals zijn ingezet voor beter wonen.

De expo kijkt ook naar het buitenland. Zeven buitenlandse woonprojecten overtuigen de bezoeker van de kwaliteit van een compact appartement met voldoende licht, lucht en zicht, een aangenaam terras en een rijk aanbod aan collectieve voorzieningen. De flexibiliteit in het gebruik op korte en lange termijn vormt een pluspunt. 

De expo toont ook actueel pionierswerk in Vlaanderen. Hiertoe bezochten we enkele inspirerende projecten. In Gent gingen we langs bij Bellefleur, waar we in gesprek gingen met de architect en met de projectleider van wooncoop. In Leuven ontmoetten we een ouder die samen met andere ouders van kinderen met een beperking de coöperatie Honk Invest oprichtte. Hij deelde een inspirerend verhaal en gidste ons door het gebouw waar hun kinderen doordeweeks verblijven, een prachtig voorbeeld van wat geëngageerde samenwerking binnen een coöperatie kan bereiken. In Gingelom spraken we met twee initiatiefnemers van het Abtshof. De coöperatie kocht een verloederde vierkantshoeve die, dankzij de inzet van de coöperanten, is getransformeerd tot een mooi woonerf met aangename woonunits. De coöperatie is sterk en wordt verder versterkt door extra inkomsten, gegenereerd uit de verhuur van een grote schuur op het terrein. 

Onze verkenningen beperkten zich niet tot Vlaanderen. In november trokken we naar Amsterdam om wooncoöperaties in een internationale context te bestuderen. We spraken met Marije Raap van de gemeente Amsterdam, Clemens Mol van Stichting !WOON en Aart Cooiman van Rabobank. Deze gesprekken gaven ons een sterk inzicht in de aanpak van de stad bij het ondersteunen van wooncoöperaties en de rol van banken in het proces. We bezochten De Warren, een succesvol pilootproject van een geëngageerde groep bewoners die samen met de stad en experten betaalbare woningen realiseerden. Ook ontmoetten we initiatiefnemers van wooncoöperaties zoals de Torteltuin, De Stroom en Akropolis. De sterke samenwerking tussen de stad en de initiatiefnemers leidt tot een groter vertrouwen bij banken voor dit soort projecten. De inzichten en lessen die we uit deze studietrip hebben gehaald, bundelen we in de expo, samen met vergelijkbare verhalen uit Barcelona. 

 

1.3/ Nieuwsbrief Coöperatief Wonen

Om dit maatschappelijk relevante thema ‘coöperatief wonen’ de aandacht te geven die het verdient, schakelden we ook de communicatie een niveau hoger. Nadat de website coöperatiefwonen.be – die we in 2021 samen met Cera hebben opgezet en waarbij intussen ook CLTB (Community Land Trust Brussel) aansloot – de eerste jaren gestaag meer inhoud kreeg, kunnen we in 2024 van een echte boost spreken. De website is uitgegroeid tot een databank met info, nieuws en zowel binnen- als buitenlandse projecten. Al deze nuttige info willen we graag actief delen en dus zijn we gestart met een nieuwe Nieuwsbrief Coöperatief Wonen. De nieuwsbrief verschijnt maandelijks. Na de zesde editie kregen we volgende reactie binnen van Zjef Van Acker van wooncoop: 

Merci voor al deze top-artikelen. Ik zoek echt al jaren naar
laagdrempelige Nederlandstalige content over buitenlandse wooncoöperaties […]
Met wooncoop kunnen we er heel veel voor gebruiken in onze communicatie,
vooral op sociale media. Dit zal de coöperatieve beweging echt versterken. Dank u!”

 

2 – Limburgse mijncités

Qua architectuur en stedenbouw zijn de mijncités in Limburg ooit vanuit één visie en een ruimtelijke samenhang opgebouwd. De eerste mijncités zijn opgetrokken als tuinwijken met vrijstaande of gekoppelde woningen in eenzelfde bouwstijl in een landschappelijk gestileerde omgeving. Na de verkoop van de mijnwerkerswoningen aan de individuele bewoners vanaf de jaren ‘50, is een deel van de beeldkwaliteit en het uniforme karakter echter langzaam verloren gegaan. 

In Limburg koestert men de mijncités als historisch erfgoed, maar het is heel moeilijk om deze wijken in hun erfgoedwaarde overeind te houden. Voortuintjes met draadhekwerken en verhardingen doen afbreuk aan het groene karakter van de straten. Groene doorsteken in een bouwblok zijn smalle wegen vol auto’s en garages geworden. Een diversiteit aan gevelafwerkingen en schrijnwerk brengt op zijn beurt de uniforme architectuur van de woonwijken in het gedrang. Zo tonen de mijncités van weleer vandaag meer en meer gelijkenissen met de typische Vlaamse verkaveling waar elke bewoner zijn huis en tuin inricht naar eigen smaak en niet vertrekt vanuit een samenhangende beeldkwaliteit van de wijk. Dit is een logisch gevolg van de individuele eigendomsstructuur. 

In de afgelopen jaren hebben de mijngemeenten reeds gewerkt aan plannen en visies, maar in de praktijk verloopt de toepassing niet vlot. De uitdagingen op vlak van erfgoed, klimaat en energie zijn heel groot, maar de bewoners zijn niet altijd overtuigd van het nut hiervan, of hebben vaak ook niet de financiële mogelijkheden hiertoe. 

 

2.1/ Woonacademies met de mijngemeenten

Binnen het partnerschap met de provincie Limburg heeft Architectuurwijzer in 2024 twee workshops met de mijngemeenten georganiseerd, in samenwerking met Regionaal Landschap Kempen & Maasland. Binnen de Limburgse mijncités bestaat er vandaag een grote nood aan (energetische) renovatie van de woningen. Helaas zijn de woningen niet meer in handen van één mijndirectie, maar in versnipperde eigendom van private woningeigenaars en verhuurders. Concreet betreft het zeven mijncités waar de betrokken mijngemeenten de woningeigenaars proberen aan te sporen tot goed opdrachtgeverschap. Maar dit blijkt allerminst evident.

Op 14 mei vond in CC Beringen een eerste workshop plaats naar aanleiding van onze studie ‘Een coöperatie voor de collectieve renovatie van de mijncité?’. Hieruit kwam het Community Land Trust (CLT)-model naar voren als veelbelovende aanpak voor betaalbare en duurzame woningrenovatie in de mijncités. Geert De Pauw, projectleider bij Community Land Trust Brussels, gaf toelichting bij de werking van CLT en hun renovatiestrategie, waarbij de grond van eigenaars wordt aangekocht om renovaties te financieren. Zo worden de gronden gemeenschapsbezit en zijn ze beschermd tegen private investeerders. Dit model biedt niet alleen kansen voor bewoners, maar ook voor het beheer van gemeentelijke en kerkelijke eigendommen. Een haalbaarheidsstudie en intergemeentelijke samenwerking worden aanbevolen om de mogelijkheden van CLT verder te onderzoeken en te benutten.

Op 5 december vond in het Provinciehuis in Hasselt een tweede workshop plaats rond de mijncités, met erfgoed als centraal thema. Stad Beringen presenteerde de erfgoedzoneringsstudie, uitgevoerd door Erfgoed & Visie in samenwerking met Stramien. Deze studie heeft als doel het karakteristieke stedenbouwkundige ensemble van de mijncités te behouden en tegelijkertijd hedendaags wooncomfort te waarborgen. Stad Genk deelde vervolgens hun erfgoedkader voor de cité Waterschei, een beleidsinstrument dat een balans zoekt tussen erfgoedwaarden, landschappelijke samenhang, energie-efficiëntie en de herwaardering van het publieke domein. Tot slot besprak Peggy Totté de mogelijkheden van een wooncoöperatie met focus op erfgoed, ontwikkeld tijdens het leertraject Coöperatieve Woonprojecten in opdracht van het Departement Omgeving en Agentschap Wonen in Vlaanderen. Dit model biedt kansen om erfgoedensembles duurzaam te beheren en in één hand te houden. Daarnaast heeft Architectuurwijzer dit jaar alle studies en plannen over de Limburgse mijncités gebundeld en deze via een pagina op onze website toegankelijk gemaakt. Zo zijn alle betrokkenen op de hoogte van het reilen en zeilen in alle mijncités.

2.2/ Onderzoek naar coöperatief wonen in de mijncité van Beringen

Eind 2023 kreeg Architectuurwijzer van stad Beringen de vraag om te onderzoeken of een coöperatie kansen kan bieden voor de collectieve renovatie van de mijncité in Beringen. Met behulp van ‘subsidies innovatieve projecten wonen’ van de provincie, liep in 2024 een kortlopende studie om deze piste te onderzoeken. De stad stelde Architectuurwijzer aan omwille van onze ruime ervaring met coöperatief wonen en innovatieve woonvormen in het algemeen. Is het coöperatieve woonmodel een middel om bewoners kwalitatieve en energiezuinige woningen aan te bieden die voldoen aan de woonwensen van de bewoners en bijdragen aan het herstel van het erfgoedkarakter binnen de mijncités? We bekeken de mogelijkheden en maakten een goede afweging ten opzichte van andere modellen.

De renovatie van erfgoedwoningen is complex door de hoge kosten en de gedrevenheid die dit van bewoners vraagt. Het eigendomsmodel in de mijncité van Beringen belemmert een grootschalige renovatie, waardoor een overkoepelende structuur nodig lijkt om sociale verdringing te voorkomen. Uit de studie kunnen we concluderen dat een wooncoöperatie moeilijk realiseerbaar is door de financiële en emotionele drempels om de woning in te brengen in de wooncoöperatie en een maandelijkse woningbijdrage te betalen. Een energiecoöperatie zoals Klimaan biedt wel een haalbare quick-win, zij het met beperkte erfgoedimpact. Proefwoningen zouden kunnen helpen om renovatie en erfgoedafwegingen praktisch te toetsen.

Alternatieven zoals het Pandschap en Collectief Goed, waar eigenaars woningen in erfpacht geven voor renovatie tegen sociale huur, verdienen verdere verkenning. Daarnaast biedt het Community Land Trust-model perspectief, waarbij eigenaars hun woning behouden maar ontzorgd worden van renovaties in ruil voor de grond. Verdere studie is nodig om de toepasbaarheid voor de (gehele) mijncité te beoordelen. Deze case kwam aan bod tijdens de Woonacademie met de mijngemeenten in december 2024.

 

3 – Goed opdrachtgeverschap

Sinds de oprichting in 1991 promoot AW de architecturale en ruimtelijke kwaliteit in Limburg en al sinds 2012 pleiten we voor de installatie van een provinciaal bouwmeester. In afwachting ervan onderzoekt AW hoe we kunnen bijdragen tot een goed opdrachtgeverschap en een hogere architecturale kwaliteit van diverse publieke bouw- en infrastructuurprojecten. Onze reflectie rond goed opdrachtgeverschap vertrekt vanuit een algemeen gedachtegoed in architectuur, door bOb Van Reeth ooit als volgt verwoord: 

“De kwaliteit van een project begint bij de kwaliteit van de opdrachtgever. Het is in de eerste plaats hij of zij die de opdracht oriënteert, niet door de architect te vervangen, maar door zijn of haar eigen cultuur en ideeën aan het programma toe te voegen, als een culturele intentie voor de opdracht.
Architectuur is te belangrijk om uitsluitend aan architecten over te laten.” 

Zo ondervinden architecten dagelijks aan den lijve wat een goede opdrachtgever voor een kwalitatief bouwproject betekent. Omgekeerd beseffen de opdrachtgevers vaak niet hoe belangrijk hun rol is tijdens een ontwerp- en bouwproces.

Binnen dit thema werkt AW aan een reeks van expo’s in het cultuurcentrum Hasselt. De samenwerking met het CCHA biedt hiertoe een interessante opportuniteit. De sterke opschaling van het aantal nieuwe expo’s die we uitbouwen – al dan niet met partners – zorgt ook voor een versterkte aandacht voor archiefzorg, waarbij we de TRACKS-aanbevelingen van Vlaanderen volgen.

 

3.1/ Expo Hasselt Hertekend + digitalisering

Op 28 januari 2024 liep de expo Hasselt Hertekend na bijna 5 maanden op zijn einde. Op 21 januari was er nog een laatste zondagsrondleiding. De opzet van de expo staat vermeld in het Jaarverslag 2023 en hoeft hier niet herhaald te worden. Wat wel nieuw is in 2024, is de digitalisering van deze expo en ook van de voorgaande expo CCHA Omkaderd die in 2022-2023 liep. De digitale tentoonstellingen zijn opgenomen bij Archiefpunt. De artistieke collages die architect-kunstenaar Malgorzata Maria Olchowska voor deze expo’s creëerde staan nu tentoongesteld in het kantoor van a2o-architecten in Hasselt. De collage van Hasselt Hertekend is aangekocht door a2o, het kunstwerk van CCHA Omkaderd is aan het bureau uitgeleend, na afspraak dat a2o ook voor dit werk zou investeren in een kader met museumglas. Zowel de digitalisering van de tentoonstellingen als de overname van beide fysieke kunstwerken kaderen binnen onze visie en acties rond archiefzorg.

3.2/ Expo Op de fiets! – CCHA

Op 10 maart 2024 opende in cultuurcentrum Hasselt de tentoonstelling Op de fiets!. De expo presenteerde fietsbruggen van vandaag en morgen, door het Belgische ontwerp- en ingenieursbureau Ney & Partners. Laurent Ney heeft met zijn bureau een indrukwekkend portfolio opgebouwd van fiets- en voetgangersbruggen in Vlaanderen en het buitenland. Hij vertrekt van een zeer doortastende visie op de randvoorwaarden voor een optimale fietsinfrastructuur, die zich perfect inpast in de omgeving. 

Met deze expo pleitte Architectuurwijzer voor een zorgvuldige aanpak van onze fietsinfrastructuur. Enerzijds stimuleren we beleidsmakers om een goede opdrachtgever te zijn voor nieuwe fietsinfrastructuur, anderzijds  inspireren we ontwerpers, aannemers, ingenieurs … tot het maken van meer aangename, kwalitatieve fietsbruggen. Voor het bredere publiek is het relevant om de kwalitatieve uitbouw van de fietsinfrastructuur in Vlaanderen te tonen, gekoppeld aan de boodschap waarom fietsgebruik wordt aangemoedigd. De leefbaarheid van onze steden en gemeenten wordt mede bepaald door de manier waarop we ons verplaatsen. Duurzame mobiliteit is een belangrijke hefboom in functie van een goed bereikbare, veilige en klimaatbestendige leefomgeving. Kwalitatieve fietsinfrastructuur neemt hierin een bijzondere rol.

Op de openingsdag gaf curator Toon Maas een unieke rondleiding en lichtte hij toe hoe zowel opdrachten als oplossingen de laatste tijd fel veranderd zijn. Het ruimtegebruik voor het fietsverkeer wordt groter. Als ontwerper zit de uitdaging dan ook niet in het overbruggen van een obstakel, dan wel om fietsverbindingen goed aan te sluiten in het weefsel waarin ze terechtkomen. Ruimtebesparend, comfortabel en duurzaam zijn de uitgangspunten. Verder valt op dat er niet alleen meer vraag is naar fietsinfrastructuur in de stad: ook in de periferie, het platteland en zelfs langs grote verkeersaders worden fietspaden, tunnels en bruggen aangelegd. En tot slot is de diversiteit van soorten fietsen enorm toegenomen, van stadsfiets, mountainbike, pedelec tot step …

  • Lezing: Laurent Ney – Fietsbruggen voor de toekomst

Op 12 maart 2024 verwelkomden we Laurent Ney voor een lezing in het CCHA. Ney’s aanpak wordt gekenmerkt door stabiliteitsontwerpen gebaseerd op onderzoek: optimalisatie en formfinding. Hij zoekt steevast naar eenvoudige bouwmethoden en duurzaamheid. Zijn bureau Ney & Partners doet zowel het architecturaal ontwerp als de engineering van de projecten. Tijdens zijn lezing vertelde Laurent Ney hoe zij tewerk gaan bij het ontwerp van fietsbruggen. De vele prijzen en speciale vermeldingen bij nationale en internationale wedstrijden, getuigen van de kwaliteit van deze projecten.

  • Zondagsrondleiding en Kunstennacht

Op 12 mei organiseerden we een zondagsrondleiding door de expo en ook op Kunstennacht – donderdag 16 mei – was er gelegenheid om de expo te bezoeken met gids.

 

3.3/ Expo Op de fiets! – Cera

Na de eerste editie in Hasselt, kreeg de expo ‘Op de fiets!’ van 12 november tot 18 december 2024 een vervolg bij Cera in Leuven. De originele tentoonstelling kreeg een uitbreiding rond vervoersarmoede. Eén op vijf mensen is niet of nauwelijks mobiel omwille van financiële, fysieke of mentale drempels. Zij ervaren dagelijks vervoersarmoede en missen zo kansen op onderwijs, werk en sociale contacten. Onder het motto ‘Een Fiets voor Iedereen’ slaan Cera, de Fietsersbond en het Netwerk tegen Armoede bruggen tussen mensen met en zonder fiets. Een mooie metafoor, maar ook een reële noodzaak. Een goede fietsinfrastructuur is onmisbaar om vlot en veilig op je bestemming te geraken.

  • Studiedag VRP & Fietsberaad

Ter gelegenheid van de expo nam Architectuurwijzer contact op met VRP (Vlaamse Vereniging van Ruimte & Planning) & Fietsberaad (kenniscentrum Fietsbeleid vanuit VVSG). Zij hebben de expo aangegrepen om samen een studiedag te organiseren, op 17 december 2024 in het Cera gebouw. Het werd een zeer gesmaakte themadag, waar we met plezier aan meewerkten. Het voormiddagprogramma van Fietsberaad ging in op de maatregelen en oplossingen die nodig zijn om meer mensen op de fiets te krijgen, met speciale aandacht voor lokaal fietsbeleid. Het namiddagprogramma van VRP schakelde naar het regionale niveau en vertelde hoe fietsnetwerken en regionale ruimtelijke planning samenkomen.

  • Rondleidingen

We organiseerden ook rondleidingen op vraag. Zowel de VRP als de stadsdiensten van Leuven tekenden in voor een gegidste rondleiding. 

  • Pers

In aanloop naar de expo bezorgden we inhoudelijke info en boeiende projecten aan Geert Sels, journalist voor De Standaard. Vlak voor de tweede editie publiceerde De Standaard een omvangrijk artikel rond fietsbruggen, dat de expo ook vermeldde. Het persoverzicht dat al bij de eerste editie van ‘Op de fiets!’ uitgebouwd  was, met onder andere een reportage op Radio Klara, kreeg hiermee een glanzende kers op de taart. 

We schreven ook zelf enkele inhoudelijke blogartikels rond het thema fietsinfrastructuur:

 

3.4/ Expo Wonen PLUS – CCHA

Wonen is één van de meest fundamentele behoeften van de mens, en het huis vormt sinds het begin van de geschiedenis de kern van het bouwen. De rol van het huis gaat echter veel verder dan enkel een dak boven ons hoofd; het heeft gemeenschappen gevormd en geeft uitdrukking aan culturele identiteit. Omdat wonen constant in beweging is, blijft het een bron van fascinatie en onderzoek voor zowel studenten als architecten. Op uitnodiging van Architectuurwijzer brengt de Faculteit Architectuur en Kunst haar rijke, levende archief in beeld in de expo Wonen PLUS. De expo opende op 30 oktober 2024 en loopt tot het einde van het academiejaar.

Wat is de betekenis van het huis vandaag de dag? Sluit ons huidige woonprogramma, dat sterk marktgestuurd is, nog wel aan op de noden van deze tijd? Een van de grootste veranderingen in onze manier van wonen is de opkomst van thuiswerken, een fenomeen dat explosief groeit. Hierdoor wordt de woning niet alleen een plek om te leven, maar ook om te werken, wat ons dagelijks leven drastisch verandert. Terwijl onze actieradius enerzijds vergroot wordt door steeds makkelijkere vormen van mobiliteit, speelt ons leven zich tegelijkertijd ook steeds vaker af rondom één centrale plek: ons huis. Wonen en werken komen steeds dichter bij elkaar, en het is aan de ontwerpers van de toekomst om nieuwe vormen van leven en werken te creëren die passen bij deze veranderende wereld.  De expo gaat ook in op thema’s zoals migratiewoningen, ondergronds wonen …

  • Salon 7 x 7 wonen, een kritische reflectie

In de rand van de expo Wonen PLUS verhuisde Salon 7×7 – op uitnodiging van AW – voor zijn vijfde editie van de UHasselt naar het CCHA. Zeven alumni van de faculteit Architectuur en Kunst reflecteerden over hun eerste woonopdracht. Het ‘eerste wonen’ werd hierin gezien als een ruim begrip in de vorm van ‘huisvesten’ en gaat niet noodzakelijk om een (eigen) woning. Op 28 november 2024 namen Jules Kellens, Peggy Winkels, Jasper Goris, Gilberte Claes, Kristof Benaets, Dorien Koterba en Kristof Ribus het woord in een volzette parketzaal.

 

4 – Architect als curator van ruimtes & materialen

4.1/ Niet-bouwen

Tot voor kort was het vanzelfsprekend om oudere gebouwen te slopen en opnieuw te bouwen. Nu zitten we in een mental shift, waarbij we allen beseffen dat sloop ook veel weggegooide energie betekent. Steeds luider klinkt zelfs de vraag of we nog nieuwe gebouwen nodig hebben. Zo hebben RE-ST architecten – die als experten betrokken zijn bij de werking van AW – reeds in meerdere pamfletten en artikels gepleit voor het niet-bouwen. Zij stellen dat het duurzaamste gebouw het gebouw is dat je níet bouwt en ze hebben van het niet-bouwen hun businessmodel gemaakt. 

Ook de Brusselse Bouwmeester pleit voor een mental shift naar meer behoud en herbestemmen, maar die shift heeft tijd nodig. Vaak gaat het om robuuste betongebouwen uit de jaren 60 en 70, die vandaag hun functie zijn verloren, of dringend aan vernieuwing toe zijn. De grootschalige renovatie van grote appartementsgebouwen is in die zin een veel voorkomende opdracht geworden. Maar het kan ook om herbestemmingsprojecten gaan, waarbij de architecten een nieuwe invulling mogelijk maken in een oud bedrijfspand, een grote bedrijfshal of een verlaten kantoorgebouw.

 

4.2/ Hergebruik van materialen

Ongeacht de sloop of afbraak en heropbouw is het sowieso belangrijk om steeds meer te streven naar het hergebruik van bouwmateriaal. Een gerenommeerd architectenbureau op dit vlak is Rotor. Dit bureau is opgericht in 2005 met als doel het promoten en faciliteren van het hergebruik van bouwonderdelen om zo tot een beter en efficiënter gebruik van grondstoffen te komen. Zij richten zich vooral op het ontginnen van herbruikbare materialen uit de afbraak van naoorlogse en moderne architectuur. 

Vanuit deze vernieuwende praktijken hebben zowel Rotor als de Brusselse Bouwmeester ook andere architecten in Brussel geïnspireerd tot een nieuwe praktijk van het bouw. Samen zetten ze de trend dat een architect niet enkel een ‘meester in het bouwen’ is, maar ook een ‘curator van ruimtes en materialen’. Over deze nieuwe rol voor de architecten wil ook Architectuurwijzer verder nadenken. We bouwen hier voorlopig geen eigen onderzoek of expo rond, maar hebben het thema ingezet als rode draad voor de lezingen in C-mine in seizoen 2024-25. Concreet nodigden we Rotor architecten, OUEST en Label uit. Via inspirerende voorbeelden willen we bijdragen aan een noodzakelijke evolutie in onze bouwwereld. Ook de daguitstap Erfgoed die we voor C-mine uitstippelden, stond in hetzelfde teken.

 

4.3/ Inspiratie uit de praktijk

  • Daguitstap Erfgoed: Waasmunster en Mechelen

Op 8 maart 2024 begeleidde Architectuurwijzer voor C-mine een architectuuruitstap naar Waasmunster en Mechelen, in het thema erfgoed. De uitstap startte in de abdij Roosenberg van Dom Hans van der Laan. De bijzondere architectuur met nauwgezette aandacht voor proporties en ruimtelijke relaties vormt tot op de dag van vandaag een belangrijke modernistische inspiratiebron. Aansluitend bezochten we in Mechelen het Predikheren (Korteknie Stuhlmacher) en het Hof van Busleyden (DmvA) waar de erfgoedwaarde leidde tot een hoge herbestemmingswaarde. Beide projecten tonen een zeer diverse aanpak. Predikheren getuigt van een zachte restauratie met aandacht voor de diverse gebruiken doorheen de tijd en met appreciatie voor het verval van het klooster. In Hof van Busleyden is gekozen voor een harde restauratie waarbij sommige delen zijn hersteld naar de oorspronkelijke toestand, terwijl andere delen een volledige nieuwe aankleding hebben gekregen.

  • Lezing: Rotor & Raymaekers, pioniers in circulair bouwen

Op 23 april gaf het Brusselse bureau Rotor een lezing in C-mine. Dit architectencollectief focust op vraagstukken rond hulpbronnen, afval en veroudering in de bouwsector. Via spin-off organisatie Rotor DC, opgericht in 2016, zijn ze actief in de ontmanteling, stockage en verkoop van gerecupereerde bouwmaterialen. Tijdens een onderzoek naar bestaande hergebruikhandelaars stootte Rotor op het werk van Marcel Raymaekers, één van de pioniers in circulair bouwen in België. Tijdens de lezing kwam het oeuvre van deze Genkse architect ook aan bod. Raymaekers onderscheidde zich van de Belgische naoorlogse architectuur door bijna uitsluitend te werken met gerecupereerde materialen. Centraal in zijn ontwerppraktijk stond Queen of the South, een handelszaak in ‘historische stijlobjecten’. 

Voor een kwalitatief architectuurproject is niet enkel een goede architect, maar ook een goede bouwheer nodig. Dat weten we al langer, maar voor bouwprojecten waarin de architect op zoek gaat naar de mogelijkheden tot hergebruik van ruimtes en materialen, geldt dit eens te meer. Dergelijke bouwprojecten vragen om een sterke wisselwerking tussen de architect en de bouwheer. Hiermee kadert deze lezing ook binnen het thema ‘goed opdrachtgeverschap’ uit de beleidsplannen van Architectuurwijzer. Idem voor de lezingen die hierna aan bod komen.

  • Lezing: OUEST architecture

Op 7 november mochten we OUEST architecture, een Brussel architectenbureau, verwelkomen in C-mine. Aanleiding voor de lezing vormde het project Zinneke van een lokale non-profit organisatie in Brussel. Het betreft de reconversie en ‘zachte’ renovatie van een oude drukkerij in Brussel. Samen met Rotor ontwikkelde OUEST de transformatie van de ateliers en werkruimtes met een zo breed mogelijke toepassing van recuperatiemateriaal. Ze recupereren niet alleen afwerkingen, maar ook gevelschrijnwerk, ventilatiegroepen, branddeuren… De architecten ontwikkelen hiervoor nieuwe procedures, lastenboeken en meetstaten binnen een publieke aanbesteding. Daarnaast organiseerde OUEST het project van bij de start als cocreatietraject: niet enkel tussen bouwheer en de architecten, maar ook in samenspraak met het Zinneke-team, externe partners, artiesten … De architecten stelden voor om het gebouw in gebruik te nemen tijdens de ontwerpfase, zodat bepaalde ontwerpbeslissingen realtime konden getest worden. Deze aanpak heeft geleid tot onverwachte oplossingen in de ruimte, de structuur en de details. 

Tijdens de lezing kwam ook de renovatie van Théâtre Jean Vilar in Louvain-la-Neuve uitgebreid aan bod, waarmee OUEST blijk geeft van een grote affiniteit met complexe organisatorische vraagstukken. De architecten zetten telkenmale in op een maximaal behoud van het bestaande gebouw, recuperatie van aanwezige bouwmaterialen en op nieuwe interne en externe relaties.

  • Lezing:  Label architecture

Voor onze laatste lezing van 2024 nodigden we Label architecture uit, op 5 december in C-mine. Label heeft sinds 2003 een breed en divers portfolio opgebouwd met schoolgebouwen, sportinfrastructuur, herbestemmingsstudies, masterplannen en woningbouw. In het bijzonder heeft Label zich gespecialiseerd in de energetische renovatie van publieke gebouwen met een grote uitstraling. Zo renoveerden ze de Arc-en-Ciel school te Brussel op een innovatieve manier. In plaats van uit te breiden op een naburig perceel, stelden de architecten voor om het bestaande gebouw op te toppen. 

Een ander intrigerend project vormt de renovatie en uitbreiding van een gebouw voor opvang van jongeren met autisme. De opdrachtgever wilde het bestaande gebouw, een oud rusthuis, renoveren en een nieuw dagcentrum in de vorm van een paviljoen bouwen. Label besloot om het landgoed te sparen en het programma te integreren in het bestaande gebouw met uitbreiding aan beide zijden, in de vorm van twee halve cirkels. 

Tot slot werkt Label architecture, samen met Karbon’, aan de renovatie van La Cité Moderne van Victor Bourgeois en het woongebouw Général Jacques in Brussel. Zo tonen zij hoe verouderde woningen en appartementsgebouwen opnieuw een kwalitatieve woonomgeving kunnen vormen.

5 – Architectuurreizen

Ook onze binnen- en buitenlandse architectuurreizen vormen elk jaar opnieuw een belangrijke inspiratiebron. Voor elk bezocht project vragen we de architect of initiatiefnemer als gids ter plaatse. De combinatie van literatuuronderzoek, studie van planmateriaal, terreinbezoeken en interviews vormt een brede basis voor diepgaande reflectie.

  • Architectuurreis München

In april 2024 trokken we vier dagen op architectuurreis naar München. Net zoals Berlijn, Hamburg en Keulen is deze stad tijdens de Tweede Wereldoorlog zwaar gebombardeerd. Een groot deel van de binnenstad is verloren gegaan en later gereconstrueerd op basis van het historische model. Een opmerkelijke architect uit de reconstructieperiode is Hans Döllgast, met een intelligente visie op de restauratie van erfgoed, zoals bij de indrukwekkende Alte Pinakothek.

Tijdens de laatste decennia is de stad aan een razendsnel tempo gegroeid. Na een referendum in 2004 besloot het stadsbestuur echter om hoogbouw een halt toe te roepen. Dit heeft gerenommeerde architectenbureaus zoals Florian Nagler Architekten of Bogevischs Buero ertoe aangezet om nieuwe woonprojecten op een andere intelligente manier te integreren in de stad. Hiermee drukken deze architecten, samen met de wooncoöperaties, hun eigen stempel op de recente architecturale lagen van de stad. Zowel de historische reconstructies als de innovatieve woonprojecten maken van München een boeiende reisbestemming.

  • Architectuurreis Tilburg

In 2024 organiseerde het Centrum voor Architectuur en Stedebouw Tilburg (CAST) samen met de gemeente voor het eerst de Tilburg Architectuurprijs. Tijdens een tweedaagse architectuurreis in oktober 2024 bezocht Architectuurwijzer het winnende project: de transformatie van Kloostercomplex Oude Dijk tot een hedendaags woon(zorg)complex. Projecten zoals deze herbestemming (Shift Architecture and Urbanism) of zoals de transformatie van een oude locomotiefhal tot hybride bibliotheek en cultureel centrum ‘LocHal’ (Civic Architects + Braaksma & Roos Architecten + Mecanoo) tonen hoe diverse locaties in de stad na bijna 100 jaar omgevormd worden tot levendige stedelijke omgevingen.

We bezochten ook de universitaire campus, waar er een geslaagde dualiteit is tussen oud en nieuw. Het modernistische Cobbenhagengebouw, ontworpen door architect Jos. Bedaux, vormt al vijftig jaar het hart van de campus en werd recent gerenoveerd door Bedaux de Brouwer Architecten. We bezochten ook het Marga Klompégebouw (Powerhouse Company), het eerste universiteitsgebouw in Europa dat volledig in houtbouw is opgetrokken.

Architectuurwijzers

Architectuurwijzer is een compacte culturele organisatie, bestaande uit een team zelfstandige deeltijdse medewerkers, een expertenraad en een raad van bestuur.

Kernteam:
Peggy Totté, artistieke coördinatie
Iris Peeters, zakelijke coördinatie
Lieve Drooghmans, communicatie & archiefzorg
Brent Vanheyst, projectmedewerker
Amélie Lammens, projectmedewerker
Bertrand Lafontaine, documentairemaker, redacteur

Raad van bestuur:
Véronique Claessens, Stefan Devoldere en Glenn Lyppens.

Expertenraad:
Jo Berben, Roel De Ridder, Jo Janssen, Dimitri Minten en Tim Vekemans

 

Partners

Naast de werkingssubsidies vanuit Vlaanderen, hecht AW veel belang aan haar partnerschappen. De diverse budgetten en subsidies worden aangewend om meerdere projecten mee op te starten binnen inhoudelijke thema’s die AW zelf initieert. AW neemt zich in die zin een culturele en artistieke vrijheid om zelf haar thema’s en projecten te bepalen, maar weet tegelijk ook haar partners te inspireren en voeden vanuit deze werking.

Culturele partners: C-mine (Genk), Z33 (Hasselt), CCHA (Hasselt), Platform ArchitectuurCultuur (PAC)
Overheden: Vlaanderen, provincie Limburg, Genk, Hasselt, Knokke-Heist
Academische partner: UHasselt Faculteit Architectuur en Kunst
Architectuurvakwereld: Architectura
Bedrijfswereld: Cera, Steven Massart Fotografie, cpe, Tarkett, Vandersanden, Eternit, Ebema, Cedral, Equitone, Reynaers, Forster

 

Samenwerking in de Sector

Breekijzer

In 2024 werd Architectuurwijzer lid van Breekijzer vzw, een organisatie die actief bouwt aan een onthardingscultuur in Vlaanderen. Breekijzer pakt de fysieke en mentale verharding in onze samenleving aan door middel van gerichte campagnes, kennisverspreiding en ondersteuning van lokale overheden. Het ultieme doel is om meer ruimte te creëren voor natuur, water, biodiversiteit en een betere leefomgeving. Breekijzer is een ‘vereniging van verenigingen’, waar kennis en expertise worden gedeeld om ontharding in de praktijk te versnellen. 

Ook in het teken van onze nieuwe expo ‘Hier wil ik wonen!’ is dit thema relevant. In de expo ligt de nadruk op woonkwaliteiten zoals licht, lucht, groen en ruimte.

Platform ArchitectuurCultuur

Op 19 november 2014 nam Architectuurwijzer bij het VAi deel aan een opvolggesprek met de architectuurcultuurorganisaties van Vlaanderen. Eén van de zaken die naar voren kwamen, is hoe leerzaam en nuttig het  is om naar elkaar te kijken en goed met elkaar af te stemmen.

AW heeft het voortouw genomen om een document op te zetten waarin elke organisatie haar activiteitenkalender kan invullen, zodat we onderling beter kunnen afstemmen. Zo weten alle organisaties wat er op stapel staat in de Vlaamse cultuurwereld. Win win.



Klik hier als je de jaarverslagen van de voorgaande jaren wil lezen.

 

Foto  Expo Wonen PLUS © Brent Vanheyst voor Architectuurwijzer