In Vlaanderen bestaat 10% van het grondgebied uit private tuinen. Zeker in tijden van een coronacrisis wordt de private tuin bij de woning heel sterk geapprecieerd. Het vormt vaak het leidmotief om te kiezen voor een grondgebonden woning boven een appartement. Toch mag dit geen pleidooi worden tegen het appartement, maar toont de huidige crisis eens te meer aan dat er nood is aan een goede buitenruimte bij elk appartement. En dan hebben we het zowel over een privaat terras als een gedeelde tuin (waar mogelijk). Ook bij sociale huisvesting wordt de behoefte aan een kwalitatief terras sterk in de verf gezet.
Tijdens de analyse van vier sociale wijken in Limburg hebben Architectuurwijzer en Ruth Soenen met meerdere appartementsmensen gesproken. Voor hen was het vaak minder evident om voldoende privacy en rust te ervaren. Dit heeft enerzijds te maken met geluidsoverlast van de buren binnen het gebouw, maar ook met de beperkte grootte of kwaliteit van de private buitenruimtes. Op het gelijkvloers ervaart men vaak weinig geborgenheid of veiligheid op een donker, klein en/of ingesloten terras dat direct grenst aan publiek toegankelijk buitenruimte. In dit geval gaan bewoners hun terras ofwel eigenhandig vergroten door publiek domein in te lijven ofwel afschermen met plaatmateriaal, doeken, …
Het voorzien van voldoende ruimte en privacy op de buitenruimten is dus bij toekomstige projecten een belangrijk aandachtspunt. Om de kunst van het terras goed te begrijpen, verwijst Architectuurwijzer graag naar enkele referentieprojecten uit het buitenland.
Een eerste project heeft Architectuurwijzer bezocht tijdens de architectuurreis naar Zürich. Aan het Patumbah Park hebben Miller & Maranta een appartementsgebouw ontworpen dat rechtstreeks grenst aan het publiek domein. De grote terrassen van de appartementen genieten van een uitzicht op het groen, maar behouden tegelijk voldoende privacy, ook op de onderste laag. Hier zorgt een hoogteverschil van circa 70-80 cm tussen de vloerhoogte van het terras en het publieke domein voor een eerste afstand. Tevens is er tussen gebouw en pad een niet-toegankelijke zone met laag struikgewas voorzien en ligt het publiek toegankelijke pad op 1 à 2 meter afstand. De balustrades zijn uitgevoerd in glas met textuur. Kortom, door een aantal eenvoudige ingrepen zijn deze terrassen niet hermetisch afgesloten, maar is toch de rust en privacy van de bewoners gegarandeerd.
Een tweede interessant project in Zürich betreft appartementsgebouwen in de wijk Katzenbach, ontworpen door EMI Architekten als alzijdig volumes. Hier ervaart men geen duidelijke voor- of achterzijde van het gebouw en zijn terrassen aan verschillende hoeken voorzien. Een lage haag zorgt voor een duidelijke scheiding tussen het privé-groen bij het gelijkvloers appartement en de publieke zone met halfverharde paden, speeltuigen en banken. De terrassen zijn overdekt (zelfs op de hoogste verdieping), maar toch niet donker door hun vorm en ligging. Een gordijn is voorzien om het terras eventueel af te sluiten of als zonnewering. De balustrades zijn ondoorzichtig en beperken de inkijk vanaf het publieke domein. Deze details tonen hoe er is nagedacht over de privacy en woonkwaliteit van de appartementen en hun buitenruimten.
Peggy Totté
27/04/2020
Deze blog is gebaseerd op de sociaal-ruimtelijke analyse van vier sociale wijken in Limburg, uitgevoerd door Architectuurwijzer, in samenwerking met Simply Community. Dit onderzoek kadert binnen het partnerschap met de provincie Limburg. De sociale huisvestingsmaatschappijen, het Woonplatform Limburg, de lokale professionals en vijf bewoners per wijk waren hier bij betrokken. Wie meer wil weten over dit onderzoek, kan het volledige rapport hier downloaden.
Lees ook: Wel of niet verdichten in sociale wijken?
Foto’s Peggy Totté (foto inzet = Patumbah Park, Miller & Maranta)
Plan EMI Architekten