Stad Limburg, door de ogen van Frank Jaspers
iris 14 oktober 2016

Stad Limburg begon 100 jaar geleden,  maar is (gelukkig) nog niet af!

Toen de mijnindustrie in het begin van de 20ste eeuw in Midden-Limburg neerstreek, betekende dit de start van een grootschalig verstedelijkingsproces dat we gerust de start van ‘Stad Limburg’ kunnen noemen. Tot dan was dit een dun bevolkt ontwikkelingsgebied gekenmerkt door een overlevingseconomie. Veel mensen combineerden een kleine boerderij met een ambacht gericht op de lokale gemeenschap.

Op dat ogenblik was er nog geen industrie en geen infrastructuur. Bovendien woonden er veel te weinig mensen om al het werk in de geplande mijnzetels uit te voeren. Men moest dus letterlijk uit het niets beginnen. En dat terwijl de uitdaging groot was: de kolen moesten heel diep worden ontgonnen. Dit alles zorgde ervoor dat de Belgische overheid concessies toekende aan grote financiële en industriële consortia, die de zaken planmatig en grootschalig aanpakten. Daarbij wilden ze niet dezelfde fouten maken als tijdens de eerste Industriële Revolutie. Dus maakten ze vanaf het begin werk van ‘nieuwe steden op de heide’, waarin het hele leven van de nieuwe gemeenschap van bovenaf werd geregisseerd.

Geheel volgens de nieuwste inzichten van die tijd verschenen er naast de productiegebouwen tuinwijken. Daarin was er niet alleen aandacht voor gezonde huisvesting, maar ook voor onderwijs, cultuur, sport, godsdienst, sociale activiteiten, … En dus werden niet alleen woningen, maar ook scholen, mijnkathedralen, kloosters, culturele gebouwen, sportinfrastructuur, parken, … ontworpen en met man en macht gerealiseerd. Binnen de kortste keren wedijverden de nieuwe wijken met elkaar en met de rest van het land met hun sportclubs, orkesten, koren, theatergezelschappen, … Kortom allemaal voorbeelden van een bruisend ‘stedelijk leven’.

Alleen de handel ontsnapte grotendeels aan de controle van de paternalistische mijndirecties. Maar aangezien de arbeiders tweewekelijks hun loon kregen, ontstonden er naast de nieuwe mijncités ook nieuwe handelsassen, die al snel uitgroeiden tot dé winkelstraten voor de hele regio.

Maar meer nog dan de tuinwijken en hun georkestreerde samenleving, was het de nieuwe gemeenschap zelf die definitief vorm gaf aan ‘Stad Limburg’. Vanaf het prilste begin ronselden de mijnen in heel Europa een internationaal gezelschap van ervaren mijnwerkers. Die streken – vaak na een treinreis van meerdere dagen – met hun hebben en houden neer in de nieuwe tuinwijken. De multiculturele stadsgemeenschap was geboren en de mijn faciliteerde haar werknemers: iedere bevolkingsgroep had zijn eigen aalmoezenier, zijn eigen vereniging of speelde in zijn eigen muziekgroep. Ook de handelaars lieten zich niet onbetuigd en probeerden zo veel mogelijk (voedings)producten aan te bieden die de nieuwe werknemers kenden van thuis. Toch bleef het onderscheid beperkt. Iedereen zat in hetzelfde schuitje en onder in de mijn was iedereen ‘zwart’!

Een wereldoorlog en enkele kolencrisissen zetten de verdere uitbouw van de ‘geplande stad’ op de helling. De tuinwijken raakten niet afgewerkt. De mijnmaatschappijen participeerden wel in de sociale huisvestingsmaatschappijen door de overheid opgezet na WOII. Opnieuw werden delen van de heide aangesneden om er volgens de nieuwste inzichten sociale woonwijken uit te bouwen. Maar ook voor deze woningbouwmaatschappijen droogden de grote middelen op. De open ruimte tussen de wijken werden verkaveld en volgebouwd door de kinderen en kleinkinderen van de mijnwerkers.

Dit alles leidde tot een ‘kolenspoor’ van stedelijke fragmenten, met ook vandaag nog een erg multiculturele stadsgemeenschap. De mijnindustrie is intussen al meer dan 20 jaar uit Limburg verdwenen, haar stof is gaan liggen, haar stad is onaf. Maar ze vormt voor mij de basis van mijn identiteit en een uitdaging als architect om er verder aan te bouwen!

 

screen-shot-2016-10-14-at-13-09-41
Frank Jaspers
is architect en bestuurder van Architectuur Dépot, groeide op in Beringen en is actief in het stedelijk gebied Maasmechelen, waar hij nieuwe toekomstvisies en projecten ontwikkeld voortbouwend op het mijnverleden.


Cover foto
Franky Larousselle – Tussen zicht en zien (een fotoreeks over ‘Stad Limburg’, i.o.v. Architectuurwijzer)

Uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *