Steden en gemeenten niet klaar voor kleiner wonen
iris 8 augustus 2018

Naar aanleiding van de plannen van Besix om tweehonderd studio’s van 18 vierkante meter te bouwen in de stad Antwerpen, heeft Gazet van Antwerpen een artikel gewijd aan de evolutie naar het kleiner wonen in Vlaanderen. Hierin stellen ze zich de vraag of deze trend naar het kleiner wonen realistisch is, en zoeken ze naar andere voorbeelden in Vlaanderen. Zo verwijzen ze naar de Tiny House Movement en naar modulaire woningunits van het bedrijf Skilpod uit Geel. Bij Architectuurwijzer kwam de journaliste peilen naar de visie van Peggy Totté op het kleiner wonen in de stad. Haar antwoord was kort en klaar.

“Projecten rond collectief wonen compenseren het kleiner wonen. De laatste tien jaar merk je dat er echt een evolutie aan de gang om kleiner te gaan wonen.” Maar daar komen ook problemen en nieuwe uitdagingen bij kijken. “Projectontwikkelaars spelen in op deze vraag vanuit het streven naar een financieel rendement”, zegt Totté. “Maar kijk je dan naar de prijs die je betaalt per vierkante meter, dan swingen die de pan uit. Waar we doorgaans uitgaan van een gemiddelde prijs van 2.400 euro per vierkante meter, dan betaal je in sommige van deze gevallen tot 4.000 euro. Uiteindelijk tel je dan een smak geld neer voor een studio van een scheet groot. Dan hebben we het niet meer over betaalbaar wonen.”

“Bovendien zijn onze steden en gemeentes niet klaar voor dit kleiner wonen”, stelt Totté. “Ga je kleiner wonen, dan moet je dat compenseren door de openbare ruimte kwalitatief in te vullen met voldoende groen en open plek, zoals dat het geval is in een stad als Zurich, die op het vlak van leefbaarheid erg hoog scoort. Dat ontbreekt nu. Woon je in Antwerpen in een klein appartementje, dan kan je naar Park Spoor Noord, maar daar is het dezer dagen over de koppen lopen. Het publieke domein zal dus moeten meegaan in dit verhaal.”

Ook in dit artikel wordt duidelijk waarom Architectuurwijzer verder blijft pleiten om het kleiner wonen te laten samengaan met collectieve ruimtes, die het wonen op een kleinere oppervlakte kunnen aanvullen en compenseren. Collectief wordt zelfs bedoeld in de ruime zin, dit gaat van een gemeenschappelijke ruimte in een gebouw, een dakterras, … maar ook over een plein in de stad, of een groter publiek park. Het gaat over zowel binnen- en buitenruimtes waar elke bewoner kan vertoeven als het hem te klein wordt op zijn appartement. De stad Wenen vormt een toonbeeld van deze kwaliteit van wonen in de stad, en is dus de ideale bestemming voor onze architectuurreis in het najaar.

Lees hier het volledige artikel uit de Gazet van Antwerpen.

08/08/2018

Uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *