Baugenossenschaften als inspiratiebron voor Vlaanderen
iris 9 oktober 2017

In zijn weekendcolumn ‘Voor elkaar‘ in De Standaard pleit Ruben Mooijman voor een andere structuur van onze vastgoedmarkt, en laat hij zich inspireren door de Baugenossenschaften in Duitsland. Hij vertrekt vanuit de vaststelling dat er een groot tekort is aan betaalbare woningen in ons land en dat tegelijk één op vijf appartementen als beleggingsproduct wordt gekocht en dan verhuurd. Huuropbrengsten van een appartement brengen immers meer op dan de rente op een spaarboekje. Dit zorgt voor een goed draaiende economie, want de bouw en renovatie van woningen en appartementen zorgen voor werkgelegenheid, economische groei en winst voor de aannemer en ontwikkelaar. Maar er is ook een belangrijk pervers effect. Zo wordt het vastgoed binnen onze steden steeds meer opgekocht door goedverdienende tweeverdieners en vinden minder kapitaalkrachtige gezinnen amper een betaalbare woning of appartement. Om het tij te keren gelooft Ruben Mooijman sterk in de kracht van Baugenossenschaften, ofwel de woningbouwcoöperaties. Coöperaties hebben het voordeel om geen ‘return on investment’ te moeten verdienen, en de mogelijkheid om na te denken op langere termijn. Tegelijk vormen zij geen sociale huisvesting. In dit model betaalt de bewoner een huurbijdrage aan de coöperatie en krijgt hij/zij in ruil een woonrecht en medezeggenschap in zijn woongebouw.

Op de meerwaarde van het coöperatief wonen wil Architectuurwijzer dieper ingaan tijdens een expertengesprek op 11 oktober met Miroslav Sik (architect uit Zürich) als keynote spreker. Ook in Zürich vreesde men in de jaren ’90 dat enkel de rijkere klassen zich nog een woning kunnen veroorloven in de stad. In reactie hierop formuleerde de stad Zürich het objectief om 10.000 betaalbare en kwalitatieve woningen in hogere densiteiten te realiseren. Vervolgens stelde zij grond ter beschikking van de Baugenossenschaften – en niet van de projectontwikkelaars – omdat zij inzetten op kwalitatief en betaalbaar wonen, en tegelijk nadenken over economische, sociale en ruimtelijke duurzaamheid op langere termijn. In de volgende jaren zijn zo ambitieuze projecten gerealiseerd door coöperaties zoals Kraftwerk en Kalkbreite (waarvan projecten te zien zijn op de tentoonstelling AT HOME).

Als architect in Zürich heeft Miroslav Sik deze evolutie vanop de eerste lijn gevolgd. Hij was zelf ook betrokken bij het grootste coöperatieve woningbouwproject ‘Mehr als Wohnen’. Dit project is opgezet als een stedelijke wijk, die meer biedt dan een groot huisvestingsproject. Er zijn 13 grote gebouwen met 380 woningen voor circa 1400 bewoners gerealiseerd. De schaal en de vorm van de bouwblokken (5 tot 7 lagen) boden nieuwe mogelijkheden voor de woontypologie. De grote verticale circulatieruimtes vormen hierin een belangrijk kenmerk. Zij geven aanleiding tot sociale ontmoeting binnen de gebouwen met doorkijk naar de appartementen. Er is tevens ingezet op een breed aanbod aan woonvormen, wat heeft geleid tot een zeer gemengde groep van bewoners in een levendige stadswijk.

Peggy Totté

09/10/2017

Uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *