Vlaanderen kende de afgelopen decennia een liberaal beleid op vlak van wonen en ruimte, met een verkaveld Vlaanderen tot gevolg. Daarnaast zien we een sterke opmars van projectontwikkelaars die appartementen en grotere woonontwikkelingen realiseren. Recent zien we van onderuit ook steeds meer initiatieven waarin bewoners zich groeperen en samen een bouwproject optrekken. Dit leidt tot relatief kleinschalige (cohousing)projecten die een heel andere schaal vertonen dan de buitenlandse collectieve woonprojecten uit Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk, …
Tijdens de studiedag ‘Collectieve architectuur in Vlaanderen’ kwamen 6 Vlaamse projecten in beeld. Architectuurwijzer koos voor een diversiteit aan projecten (stedelijk en landschappelijk, nieuwbouw en erfgoed, …), maar detecteerde daarin wel een Vlaamse eigenheid.
- Cohousing Jean Sint-Amandsberg Gent, ECTV
- De Kazerne Deurne, Polygoon Architectuur ism Jouri De Pelecijn
- Cohousing Padua Gentbrugge, Bast
- Boterberg Kalmthout, B-architecten
- Woonzorgcluster Borgerhout, Collectief Noord
- Bijgaardehof Gent, Bogdan & Van Broeck
De Vlaamse projecten bestaan uit 6 tot maximaal 25 woningunits. (Enkel het Bijgaardehof sluit qua schaalgrootte aan bij de grote buitenlandse coöperaties.) Ze vormen variaties op de gekende Vlaamse ruimtelijke thema’s. Binnen de klassieke verkaveling van individuele huizen op aparte kavels ontstaan alternatieve verkavelingen waarin woningen gekoppeld zijn rond een gemeenschappelijke tuin, en waar ook parkeren gebundeld is. Binnen het gesloten bouwblok zien we rijhuizen die samen een grotere tuin delen of een appartementsproject in de rand met een gemeenschappelijke tuin en paviljoen achteraan. Ook binnengebieden zijn geschikt voor collectieve woonprojecten, met meerdere woningen/appartementen rond een gemeenschappelijke tuin en met een gemeenschappelijke poort of doorgang naar de straat. Parkeren wordt vaak tot minimum beperkt, want deelauto’s zijn bijna een voorwaarde in deze vorm van wonen.
In deze projecten waar bewoners zelf mee aan het roer staan is het opvallend dat de BEN-norm quasi een standaardkeuze wordt. Mensen denken na over alternatieve energie en ecologische materiaalkeuze. Het hoeft geen passiefbouw te zijn, maar de projecten zijn vaak heel milieubewust en duurzaam opgezet. Bewonersgroepen kiezen voor minder automobiliteit en voorzien deelauto’s, maar niet elke stad of gemeente is mee met deze nieuwe tendens. Denk maar aan de vaak absurde parkeernormen. Uitgebreide mobiliteitsstudies zijn dan nodig om een stadsbestuur te overtuigen van een lagere parkeernorm.
Qua architectuur legt elke architect zijn eigen accenten. In het ene project hecht men veel belang aan de circulatieruimtes, en zoekt men naar minimale drempels tussen de voordeuren van de verschillende woningen. Andere architecten besteden veel aandacht aan materialen en detaillering van de leefruimtes in de woningen, en in de collectieve ruimtes, en streven naar een maximale huiselijkheid. Privé of collectief, het gaat nog steeds over ‘wonen’.
Het is de ambitie van Architectuurwijzer om de Vlaamse eigenheid in een volgende expo goed te vatten aan de hand van inspirerende architectuurprojecten, en tegelijk ook een ambitie voor de toekomst te formuleren.
Peggy Totté
Foto B-architecten – inplantingsplan Boterberg
05/09/18