Miroslav Sik – Genossenschaften in Zürich
iris 12 oktober 2017

“It is beyond capitalism; it is beyond the market.”
Met deze zinsnede stak Miroslav Sik van wal tijdens het symposium “Coöperatief wonen”.

In een coöperatie behoren de woningen tot de mensen, en bouwen zij deze zelf. Meer nog: zij betalen, zij bouwen en zij willen kwaliteit. De standaard ligt dus heel hoog; het mag op geen enkele manier ‘arm’ lijken. Het gaat niet over sociale huisvesting, maar evenmin over bourgeoisie. Samen streven ze naar “the most you can get”. Duurzaamheid is een evidentie, net zoals architecturale kwaliteit. Soms moet je lang wachten op een appartement, je bent zelfs niet zeker of je ooit een appartement krijgt toegewezen. Als je niet betaalt, zijn de coöperaties onverbiddelijk: dan vlieg je eruit.

In zijn boeiende historische schets beschreef Sik de evolutie van de coöperatieve beweging van Zürich in de afgelopen 100 jaar. De eerste coöperaties zijn gesticht in 1907. Zij kennen vooral een sterke groei in de periode tussen 1919 en 1930. Ook tijdens de tweede wereldoorlog gaan zij door met bouwen, met hulp van de staat. Vanaf 1950 heeft ook Zürich te kampen met de veramerikanisering ofwel de typische stadsvlucht en wil men liever in een huis in de rand gaan wonen. Zo ontstaat er een luwe periode vanaf 1950, maar vanaf 1980 is de tijd rijp voor nieuwe coöperaties. De oudere woningen zijn te klein en niet comfortabel genoeg. De coöperaties moeten zichzelf opnieuw uitvinden. Dat leidt tot een nieuwe coöperatieve woningbouwgolf met het project ‘Mehr als Wohnen’ als hoogtepunt in 2015.

Miroslav Sik gaf tekst en uitleg bij de architectuur van deze coöperatieve projecten. De traphal is een belangrijke collectieve ruimte en moet vooral groot en breed zijn, met bij voorkeur veel daglicht. Dit daglicht kan tot in de woningen binnenvallen via ramen die uitgeven op de traphal. De fietscultuur is nu helemaal ingeburgerd, dus een minimum van 2 fietsen per kamer is een must. De fietsen worden niet ondergronds gestald, maar op een zichtbare plaats op het gelijkvloers of voor de deur van het appartement. De wasmachine is verhuisd van de berging in elk appartement naar een gemeenschappelijke, professionele wasserette op het gelijkvloers. De eettafel is het hart van elke woning, en moet ook zo benaderd worden in de architectuur. Tot slot was hij heel stellig over de private buitenruimtes. Kleine terrassen zijn absoluut niet denkbaar. Hij sprak over loggia’s met een minimale oppervlakte van 16 m2, bij voorkeur in te richten als een extra ruimte van de woning (met bijhorende gordijnen).

Kortom, wie graag iets meer leert over de coöperatieve woningbouw van Zürich en de architectuur van Miroslav Sik, moet zeker zijn lezing herbekijken. Een boeiend verhaal door een begeesterende spreker!

Ook in het debat met Anne Malliet, Ninke Happel en Tom Lagast op het einde van de middag over coöperatieve woningbouw geeft hij nog een belangrijke conclusie mee: “I am against participation. It destroys quality. We are talking about architecture and space for living. Space for women, children, elderly people, … We are not speaking about democracy. Once you do it, you will destroy everything. We already tried it in the seventies, and than came Aldo Rossi, and we came back to architecture. Now, nobody is participating.” En de rest… moet je zelf zien!

Peggy Totté

 

Symposium Coöperatief wonen, woensdag 11 oktober 2017
Lezing Miroslav Sik – Collectieve woningbouw in Zürich (57:47)

 

Symposium Coöperatief wonen, woensdag 11 oktober 2017 (volledig – 3:42:26)

Uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *