In 2006 hebben vier vrienden het Genkse architectenbureau ‘De Gouden Liniaal’ uit de grond gestampt. Nu, zeven jaar later, is het bureau uitgegroeid tot een bloeiend team met een flinke naamsbekendheid tot buiten de provinciegrenzen.
De architecten verduidelijken hun visie op architectuur aan de hand van de context die ze waarnemen in de omgeving van hun werkruimte. Twee vragen, elk op een verschillend schaalniveau, vormen de basis van elk project. Op stedelijk niveau vragen ze zich af hoe een gebouw zich kan gedragen op een plaats zonder dat het zijn ‘waardigheid’ verliest. Op architecturaal niveau zoeken ze naar een antwoord op de vraag hoe een gebruiker zich kan gedragen in een gebouw. Met hun gebouwen proberen ze het moment en de plek te vatten in een eigentijdse en ‘lokale’ architectuur. Geen tijdloze gebouwen, maar gebouwen die de tijd doorstaan.
De architecten illustreren op 5 maart 2013 aan de hand van volgende projecten hun werkwijze. Een verslag van de A-Z lezing door Hannelore Goyens. Bekijk ook het volledige videoverslag en de foto’s van de avond.
Basisschool De Driehoek, Bocholt
Bijzonder aan de plek is dat de nieuwe school, een lagere en een kleuterschool met turnzaal, zich een plaats moet toe-eigenen op een site omringd door niets dan achterkanten.
Het gebouw moet niet alleen aangepast zijn aan de plaats, maar ook aan de gebruiker. Hier wordt verwezen naar Herman Hertzberger, die ruimtes ontwerpt waar speel- en leeractiviteiten op een spontane manier kunnen ontstaan.
Zo krijgt de lagere school een dubbelhoge speelstraat. Het is een soort van atrium voor meervoudig gebruik die alle circulatieruimte vervangt. In de kleuterschool slingert een geschakelde gemeenschappelijke ruimte tussen de klassen. Tussen deze ruimte en de klasjes is een verdikte kastenwand ontworpen, waarvan de gebruikers zelf de mate van transparantie bepalen. Het kunnen vitrines zijn, afgesloten speelhoekjes of gewoon bergruimtes.
Gebedsruimte Lutselus, Diepenbeek
Op kerstnacht is de kerk van Lutselus ingestort. Met het verdwijnen van de kerk verdwijnt ook een stukje identiteit van Lutselus. Dit stukje identiteit geven de architecten terug door een toren te plaatsen op de plek waar de kerk stond.
Heeft het nog zin om een kerk te bouwen? Het bureau wil een gebouw maken dat een kerk kan zijn, maar dat door haar zuivere opbouw kan herbestemd worden tot iets nieuws. Het gebouw is ontworpen aan de hand van een uitdoofscenario of ook wel een opbouwscenario in de verre toekomst.
Statielei, Antwerpen
AG Vespa koopt oude gebouwen op en wil via een nieuwe architectuur een meerwaarde geven aan de publieke ruimte van de stad. Op de Antwerpse Statielei wordt een voormalig tankstation met een aanpalende woning gesloopt om plaats te maken voor drie gestapelde woningen, verdeeld over vijf bouwlagen.
Er is veel belang gehecht aan hoe het gebouw zich moet gedragen in de publieke ruimte. Zo staat elk niveau op zijn eigen manier in contact met de straat: ofwel rechtstreeks door middel van een gemeenschappelijke speelruimte en terrassen ofwel onrechtstreeks door middel van interessante zichtrelaties.
Hoe kan het gebouw een meerwaarde geven aan de straat? Hoe kan het gebouw waardigheid uitstralen? Door de kenmerken van de omliggende gebouwen opnieuw te interpreteren ontstaat er een gebouw dat met alle andere gebouwen van de omgeving in dialoog kan gaan. Er ontstaat een sterke persoonlijkheid.
A-Z Lezing 2012-2013, dinsdag 5 maart 2013, 20u, Z33