Binnen het kader van Open Monumentendag organiseerde Architectuurwijzer een reeks korte lezingen die de torens uit de expo Hasselt Torenhoog koppelen aan bredere reflecties over architectuur, identiteit en de veranderende stad.
Eén van die torens is de nieuwe uitkijktoren op het begijnhof, de jongste toevoeging aan de Hasseltse skyline. Toch is deze hedendaagse toevoeging een subtiele verwijzing naar het verleden: de Belvédèretoren reikt namelijk even hoog als de voormalige begijnhofkerk, die ooit het hart van de begijnhoftuin vormde, maar tijdens de Tweede Wereldoorlog werd gebombardeerd. Architect en Hasselaar Jo Berben werd uitgenodigd om te vertellen over de vele historische transformaties en de veelbesproken toekomst van het Begijnhof in Hasselt.
Ontstaan van het begijnhof
Begijnhoven vinden hun oorsprong in de middeleeuwen, toen vrouwen zich groepeerden en besloten zich terug te trekken in soberheid en gebed. Ze wijdden zich aan zorg en religie en vormden een beweging die zich verspreidde van de Lage Landen tot Polen en Portugal.
In zijn lezing vertelde Jo dat het eerste Hasseltse begijnhof buiten de stadsmuren lag, op de plek van het huidige CCHA. Vanaf de 16de eeuw verhuisden de begijnen naar binnen de stadswallen, waar een ommuurd pleinbegijnhof ontstond, een mengvorm van de stedelijke en de plein-typologie.
De bebouwing kwam in fases tot stand: eerst aan de linkerkant van de site, later met grotere huizen aan de Witte Nonnenstraat en een tweede vleugel langs de Badderijstraat. De gebouwen werden opgetrokken in Maaslandse renaissancestijl. Blikvanger was de imposante Sint-Catharinakerk, die met haar hoogte ver boven de huisjes uitstak.

Van geloof naar zorg en cultuur
Aan het einde van de 19de eeuw stierf de laatste begijn en was de begijnenbeweging in Hasselt uitgedoofd. Het begijnhof kreeg nieuwe functies, eerst als dispensarium voor tuberculosepatiënten, later als moederhuis tijdens de Eerste Wereldoorlog.
In 1938 kwam het begijnhof in handen van de Provincie Limburg. Een akte uit die tijd legde vast dat het begijnhof altijd een publieke functie moest behouden, een document dat later nog cruciaal zou blijken.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de kerk verwoest. Het vrijgemaakte geld voor heropbouw ging uiteindelijk naar de nieuwe Sint-Catharinakerk in de Katarinawijk. De ruïne bleef achter als stille getuige van de gebeurtenis.
Ondertussen kreeg Hasselt stilaan een culturele dimensie. De begijnhofhuisjes huisvestten een bibliotheek en tentoonstellingen. In 1958 realiseerde architect G. Daniëls Vleugel 58 om een meer gepaste plek te creëren voor kunst. In die tijd groeide de Limburgse kunstwereld sterk met jonge Limburgse kunstenaars als Piet Stockmans, Hugo Duchateau, Hélène Keil, Ado Hamelryck, Gido Vanlessen en Urbain Mulkens. Uiteindelijk leidden deze ontwikkelingen tot de oprichting van wat we vandaag kennen als Z33, het huis voor actuele kunst, vormgeving en architectuur.
Een nieuwe thuis voor Z33
Vanaf de jaren 1990 volgden verschillende architectuurwedstrijden met de ambitie het begijnhof verder uit te bouwen tot een centrum voor kunsten. Op een bepaald moment werd zelfs de gerenommeerde Italiaanse architecten Afra en Tobia Scarpa betrokken. Hij ontwierp een schelpvormig auditorium dat centraal in de begijnhoftuin zou verrijzen. Het plan bleek echter onhaalbaar en werd nooit uitgevoerd.
Later, in 2012, werd het ontwerp van de Italiaanse architecte Francesca Torzo geselecteerd voor een uitbreiding van Z33 langs Vleugel ’58. Haar ontwerp sloot de site verder af van de straatzijde en deed dat met een uitzonderlijke gevoeligheid voor de omgeving. Torzo haalde haar inspiratie uit wandelingen door Hasselt: ze observeerde en schetste plaveisel, kasseien en gevelbekledingen. Die studies vertaalde ze in een architectuur die rijk is aan tactiele gelaagdheid en die het programma zorgvuldig in het historische weefsel inpast. De ruimtelijke compositie nodigt kunstenaars uit om in dialoog te gaan met de architectuur, waarbij doorzichten en lichtinval een actieve rol spelen in hun tentoonstellingen.

Make love not lofts
Hoewel de nieuwbouw van Z33 nieuw leven blies in een deel van de begijnhofsite, kwam de toekomst van de huisjes en de centrale tuin onverwacht onder druk te staan. In 2016 besloot de provincie de site te verkopen. Ontwikkelaars zagen kansen voor luxewoningen, wat leidde tot fel protest van erfgoedorganisaties, studenten en inwoners. Onder het motto “Make love not lofts” verspreidden Hasseltse studenten pamfletten, en velen verwezen naar de akte van 1938 die een publieke bestemming van het begijnhof veiligstelde.

Geïnspireerd door Martha Nussbaums visie op de ‘civic university’ nam toenmalig rector van Universiteit Hasselt Luc De Schepper het voortouw. UHasselt bundelde de krachten met de stad en LRM om de site publiekelijk en maatschappelijk relevant te herbestemmen, zoals eerder gebeurde met de oude gevangenis van Hasselt, naar ontwerp van noAarchitecten.
Een ontwerpwedstrijd leidde tot de keuze voor de bureaus Bovenbouw Architectuur en David Kohn Architects. Hun voorstel respecteert de gevoeligheid van het begijnhof: subtiele, hedendaagse ingrepen maken de huisjes geschikt voor onderwijs, herstellen de oude structuur en laten tegelijk een duidelijk verschil zien tussen oud en nieuw. Interne ruimtes werden geopend en via enfilades met elkaar verbonden.
De kerk werd niet heropgebouwd: de nieuwe Belvédèretoren in de tuin herinnert subtiel aan haar vroegere verschijning in het stadsbeeld. De ruïne kreeg een nieuwe functie als spiegelvijver en open plein. Met gebouwen voor educatie, cultuur en gemeenschap en een groene publieke tuin is het begijnhof vandaag geen besloten hof meer, maar een plek van ontmoeting en reflectie.

“De oplossing voor de toekomst ligt vaak in het verleden.” concludeert Jo Berben. “Hoe beter we begrijpen waarom iets is zoals het is, hoe sterker onze voorstellen voor de toekomst kunnen zijn.” Daarnaast beschrijft hij de case van het begijnhof als een pleidooi voor voorzichtigheid bij herbestemming. Wat deel uitmaakt van ons collectief geheugen verdient een zorgvuldige behandeling, ook als het niet groot of monumentaal is.
Hierbij wil Jo benadrukken dat de studenten, die zich verzetten tegen een niet-publieke invulling van het begijnhof, een enorm grote rol hebben gespeeld. Hun engagement maakte het verschil en spoorde de toenmalige rector van UHasselt aan om er, als civic university, mee aan de slag te gaan.
Beelden
Historisch begijnhof © HIPLimburg
Z33 straatbeeld © Olmo Peeters voor Z33
Z33 raamopeningen © Gion von Albertini voor Francesca Torzo
Pamflet ‘Make Love not Lofts’ © Archief Jo Berben
Begijnhof Hasselt © David De Bruijn voor Bovenbouw Architectuur
 
                 
				
				 
				
				 
				
				