Op een zonnige vrijdag gingen 50 architecten 5 projecten in het Leuvense bekijken. Het overkoepelende onderwerp: herbestemming.
Verslag door Joep Gosen:
In Leuven, aan de poort van De Mouterij, stond prof. ir. architect Leo Van Broeck ons op te wachten. Hij is samen met Oana Bogdan architect (Bogdan & Van Broeck Architects) van dit project en van het later die ochtend te bezoeken rectoraat.
De Mouterij is een oud gebouwenensemble aan de Dijle, midden in het stadscentrum. Centraal staat de oude mouttoren. Ondanks de slechte staat van het gebouw is geopteerd het te behouden. Bouwen met dergelijke hoogte en dichtheid is vandaag de dag ondenkbaar, alhoewel de voordelen evident zijn. De verdiepingen waren te laag voor bewoning. Daarom zijn er nieuwe vloeren geplaatst. Alle oorspronkelijke ramen zijn dicht gemetst en is er een nieuw ritme van diepliggende ramen (omwille privacy) gemaakt. Ze zitten in een kader gevat die de kromming van de gevel opvangt. Zo wordt de gevel een palimpsest; een overschreven perkament. De voormalige stallen zijn getransformeerd tot vijf ruime rijwoningen. Eén daarvan hebben we van binnen kunnen bewonderen. Door de ligging tegen de gemene muur is er slechts eenzijdige oriëntatie mogelijk. De trap in deze huizen is daarom open en werkt als een spectaculaire lichtschacht. Aan de achterkant van de hoogbouw zijn zes nieuwe patiovilla’s gebouwd. Deze vallen op door de manier waarop er maximale privacy geboden wordt zonder dat daarbij aan ruimtelijkheid of gevoel van lichtheid ingeboet wordt. Ondanks de architecturale verschillen tussen nieuw en oud zijn zij zeker familie. Het gebruikte kleurengamma is daar één reden van. De bestaande gebouwen zijn voornamelijk beige gekaleid. Voor de nieuwbouw is een beige kalkrijke (vandaar de zwarte mos erop) natuursteen gebruikt.
De transformatie van het rectoraat van de KUL (de oude lakenhal om de hoek bij Grote Markt) was een dubbele oefening. Enerzijds ging het erom hoe er met een monument omgegaan diende te worden. Monument & Landschappen verlangde dat de nieuwbouw volledig los zou staan en bij afbraak geen sporen na zou laten. Daarom is er gestreefd naar een nederige toevoeging met maximale transparantie. De ruwbouw is meteen de afwerking. Door de complexiteit heeft het ontwerptraject 10 jaar geduurd. Daar stond tegenover dat de aannemer het in een dik jaar gerealiseerd heeft. Anderzijds was het een oefening in densiteit. Het rectoraat wilde namelijk vanwege haar ruimtelijk programma van eisen weg uit de stad. Daardoor zou haar bereikbaarheid en maatschappelijke aanwezigheid in het gedrang komen en zou er maagdelijke grond opgesoupeerd worden. Het was dus zaak het bestuur van de KUL te overtuigen in de stad te blijven.
De heer Van Broeck verkondigde tijdens deze twee rondleidingen een uitgesproken boodschap, mening en visie. Als we bezig blijven met het op deze manier volbouwen van Vlaanderen en het voorzien in individuele behoeften dan gaat het land naar de kloten. Of; als afgestudeerd architect kun je beter bij de Gamma gaan werken en daarnaast interessante en relevante projecten maken in plaats van tegen weinig geld maar weer een slecht ontworpen, want geen budget, privéwoning bouwen. Of; drie kwart van de monumenten in België dient om vanaf het tegenoverliggende terras met een tripel in de hand bekeken te worden. Desondanks, of juist dankzij, waren zijn rondleidingen en zijn gebouwen zeer de moeite waard.
Via de zwembadsite (BOB361) wandelden we naar het Museum M. Daar genoten we gezamenlijk van een heerlijke lunch alvorens de rondleiding aan te vatten. De oorsprong van het museum M ligt in twee schenkingen van twee Victors. De eerste is Victor Demunter die zijn privécollectie na liet aan de stad. De tweede is Victor Vander Kelen, hij schonk zijn ouderlijk huis aan de stad op voorwaarde dat er een kunstmuseum gevestigd werd dat uitgebreid wordt. Die eer valt in 2004, na een wedstrijd, Stéphane Beel ten deel. Hij ontwerpt de uitbreiding als een ‘promenade architecturale’ die zowel de beleving van de site als van het museum ensceneert. Extern zijn er een groot aantal niveau verschillen die de bezoeker overheen het terrein voeren en de stad vanuit diverse perspectieven toont. De eik uit 1930 vormt de spil en het oriëntatiepunt in het complex. Intern is de promenade opgevat als een wandeling van lichtplek naar lichtplek. Het oude huis Vander Kelen – Mertens is volledig naar zijn negentiende-eeuwse voorkomen hersteld en geïntegreerd in het complex. Het gevelmateriaal van de uitbreiding, grote licht beige travertin tegels, zouden moeten bemiddelen tussen de kakofonie van materialen in de omgeving.
De bus brengt ons vervolgens naar een mysterieus gebouwencomplex in Aarschot. De Hertogenmolens (noAarchitecten) is een van de weinige molens in Europa die over een rivier (in dit geval de Demer) gebouwd zijn. Het gebouw vormt de verbinding tussen het noordelijk en zuidelijk deel van de stad en is een belangrijk rustpunt langs diverse recreatie routes. De beslissing hier een hotel en restaurant te vestigen lijkt dan ook niet vreemd. Dat blijkt uit het feit dat elke nacht is volgeboekt. Veel gasten geven aan voor de architectuur van het gebouw te komen. Opvallend is dat het wonderwel gelukt is oud en nieuw te integreren. De zorgvuldig gedetailleerde betonnen en houten trappen – die een belangrijke rol spelen in de routing door het gebouw – spelen hierin zeker een rol, maar ook de beslissing de nieuwe materialen af te stemmen op de originele ijzerhoudende zandsteen.
Na deze rondleiding waren de meeste deelnemers te moe nog de aan het station gelegen voetgangers en fietsersbrug van West 8 te bekijken. Opvallend is de manier waarop, door de simpele toevoeging van een aanloophelling, het stationsplein gedefinieerd wordt. De gebruikte ijzerhoudende zandsteen refereert aan een aantal klassieke gebouwen in de omgeving.
Terug in Bilzen trakteerde de sponsors ons op een heerlijk diner met een goed glas. Beide waren van minimaal gelijk niveau als het ontbijt dat ze ons die ochtend reeds aangeboden hadden. Geestelijk en lichamelijk goed gevuld vertrok een ieder daarop huiswaarts.
Foto: Steven Massart