Zürich, levend archief van het nieuwe wonen
iris 21 mei 2019

Zürich is de grootste stad van Zwitserland en tevens het economische centrum van het land. Het is een onvervalste global city, maar tegelijkertijd kan de stad terugvallen op een geschiedenis van sociale actie en cultureel verzet. Het befaamde Cabaret Voltaire, waar Hugo Ball, Tristan Tzara en Hans Arp elkaar ontmoetten was één van de geboorteplaatsen van het dadaïsme of kortweg dada. Dat Zürich een stad van economen én vrijdenkers is, weerspiegelt zich in de (hedendaagse) architectuur die in de stad geproduceerd wordt: die is onvervalst Zwitsers qua materialisering en detaillering, doorgedreven constructief-logisch én gevoelig voor de sociale context.

De architectuur uit Zürich verschilt van die van Bazel en die van de zuidelijker gelegen kantons Graubünden en Ticino. Architecten uit Zürich lijken vrij ‘harde’ of abstracte gebouwen te maken – zie Peter Märkli en Christian Kerez – die soms bijna klassiek zijn, zoals bij Miroslav Šik. Andere bureaus zoals Gigon & Guyer en EM2N hebben een uitgesproken internationaal karakter (Mike Guyer werkte midden jaren ‘80 bij OMA).

De architectuur uit Zürich is niet zó gericht op constructie en materialiteit als die uit Graubünden, met protagonisten als Peter Zumthor, Rudolph en Valerio Olgiati, Gion A. Caminada en ook Valentin Bearth & Andrea Deplazes (niettegenstaande de vele connecties met de ETH, de Eidgenössische Technische Hochschule in Zürich). Ze is ook niet zó typologisch van aard als die van Luigi Snozzi, de jonge Mario Botta, de Rossi-protegés Bruno Reichlin en Fabio Reinhart en anderen uit de Ticino-regio. De architectuur uit Zürich verschilt ook van die uit het Bazel van Herzog & de Meuron, Diener & Diener, Miller & Maranta en Christ & Gantenbein: ze is vaak ‘zwaarder’ en ‘droger’.

In de betere gebouwen in Zürich komt het beste op het vlak van materialiteit, constructie, typologie en zakelijkheid samen. Er is oog voor traditie, maar nooit op een nostalgische manier. Die mix van architecturale bouwstenen is ook terug te vinden in het curriculum van de ETH-school. Met docenten als Arno Brandlhuber, Gion A. Caminada, Adam Caruso, Emanuel Christ, Andrea Deplazes, Tom Emerson, Annette Gigon, Mike Guyer, Momoyo Kaijima, Christian Kerez, Anne Lacaton en een hoop actuele Belgen – Jan De Vylder, An Fonteyne, Freek Persyn – behoort de ETH tot de wereldtop van het architectuuronderwijs en -onderzoek.

Bovenop het eerder strenge van Šik, Märkli en Kerez en de internationale flair van Gigon & Guyer en EM2N laat een aanzienlijk deel van de architectuurproductie in het hedendaagse Zürich zich kenmerken door een duidelijke maatschappelijke agenda. Terwijl architecten en academici in andere global cities al jaren ageren tegen het tot-louter-speculatiegoed-wordende karakter van het woningbestand, verschijnt Zürich steeds als een voorbeeld van hoe architectuur, een meer rechtvaardige productie van de ruimte en het wonen zelf hand in hand kunnen gaan. De afgelopen decennia promoot de stad het coöperatieve wonen volop, nadat het lange tijd nog wel bestond maar wat ingeslapen was. Dat was nodig, want Zürich was te duur geworden (en is nog altijd niet goedkoop). De stad die zorgt voor goedkope leningen en gronden, de coöperatieven en hun coöperanten die van een economisch en juridisch model een levensstijl gemaakt hebben en de steevast via degelijke wedstrijden gerekruteerde architecten bouwen samen een stedelijke omgeving die uitermate leefbaar is. Ze doen dit niet alleen door architecturale en stedenbouwkundige kwaliteit te voorzien, maar ook door de erg Zwitserse zelforganisatie te verankeren in die omgeving. De stad is daardoor niet (enkel) van de overheid of de vrije markt, maar in minstens even grote mate van de burgers zelf.

Zürich is op korte tijd uitgegroeid tot een levend archief van het vernieuwende wonen, waar vooruitstrevend onderzoek op het vlak van typologie en functievermenging zich heeft geconsolideerd in kwalitatieve architectuur. Grote namen als Miroslav Šik, Peter Märkli, Knapkiewicz & Fickert en E2A zetten hun naam onder dat nieuwe wonen. 

Architectuurwijzer organiseerde van 16 tem 19 mei 2019 een architectuurreis naar Zürich. Klik door voor het programmaboekje.
De reis werd mogelijk gemaakt dankzij de steun van Cantillana, cpe, Desso by Tarkett, Stone & Style by Ebema, Equitone/Eternit en Vandersanden.

Van 11 tot 14 september 2019 trok AW opnieuw naar  Zürich, als begeleiding van de Cera Coop Tour. In deze reis lag de focus volledig op coöperaties. Lees hier het programmaboekje.

21/05/2019
11/09/2019

 

Uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *