De ’s Hertogenmolens werden in de 16e eeuw als een brug over de Demer gebouwd. Ze vormen de verbinding tussen het noordelijk en het zuidelijk deel van de stad en zijn een rustpunt langs de verschillende recreatieroutes in de Demervallei.
De Grote molens vormen een merkwaardig en mysterieus gebouwencomplex dat zo weggelopen kan zijn uit het schilderij van een Vlaamse meester. Het ensemble is opgebouwd uit een vijftal donkere gedrongen bakstenen huisjes met een puntdak. Ze verschillen licht van elkaar maar staan broederlijk langs elkaar opgesteld. Onder hun voeten, tussen zware gewelven, kabbelt het water bruusk voorbij.
De molens en het bijbehorende kunstmatige eiland hebben een publiekelijk karakter gekregen waardoor het opnieuw betekenis krijgt in de stad. Op de stadsoever zijn een brasserie en feestzaal gekomen, op het eiland een hotel met 24 kamers.
De nieuw gekozen materialen grijpen terug naar de ijzerhoudende zandsteen die de gebouwen hun unieke karakter verleent; Corten-stalen platen en in situ gegoten beton (met toegevoegde ijzeroxide). De gevel uit Cortenplaten verwijst ook naar de inderhaast dichtgetimmerde façade die decennia lang de aanblik van de ruïne bepaalde. Zij verteld het verhaal van het ontstaan, verval en wederopleving van het gebouw.
Meer info: noAarchitecten
Tekst Joep Gosen
Foto Steven Massart