De tuinwijk Papaverhof is een verborgen parel in de Bomen- en Bloemenbuurt van Den Haag. In 1917 is de coöperatieve woningbouwvereniging Daal en Berg opgericht met het oog op de bouw van woningen voor middeninkomens. Geïnteresseerde leden hadden zich van bij de start ingekocht, maar het was nog even wachten op een definitief plan. Het was uiteindelijk Jan Wils, een leerling van Berlage, die zowel het bestuur als de stad Den Haag kon overtuigen met zijn planvoorstel voor een tuinwijk met 68 ééngezinswoningen rond een groen hof en 60 etagewoningen in een tweede rand.
Jan Wils was als architect sterk verbonden aan De Stijl, een Nederlandse kunstbeweging waar ook Piet Mondriaan, Theo Van Doesburg en Gerrit Rietveld deel van uitmaakten. Zij oefenden een sterke invloed uit op de kunst en architectuur in Nederland via hun gelijknamig tijdschrift De Stijl. Ze streefden naar een radicale nieuwe versie van de kunst en de architectuur, rekening houdend met de technische, wetenschappelijke en sociale mogelijkheden van die tijd. In het bijzonder dachten de architecten van De Stijl bij het ontwerpen van hun gebouwen van binnen naar buiten. Ook in het ontwerp voor de woningen van de Papaverhof is Jan Wils vertrokken vanuit de primaire behoeftes voor het wonen, wat voor de huidige bewoners nog sterk voelbaar is.
De schakeling van 68 ééngezinswoningen rondom het groene hof is wel erg bijzonder. Jan Wils was erg geïnspireerd door de tuinsteden van Ebenezer Howard, maar heeft in de Papaverhof toch een unieke schakeling en woningtypologie ontworpen. Het zijn zeer compacte woningen met een leefruimte aan de straatzijde en een keuken met raam naar de achterzijde. De woningen zijn per twee aan elkaar gekoppeld langs de straatzijde, maar hebben tevens gemene muren met de woningen aan de andere straatzijde. Dit zorgt voor bijzondere private steegjes waaraan zowel de voordeuren van twee woningen aan de ene straatzijde grenzen, als de keukenramen van de woningen aan de andere straatzijde. De ramen van de leefruimte zijn erg groot ontworpen om het zicht op de Papaverhof maximaal in te zetten.
Ook technisch was het ontwerp van de woningen in de Papaverhof erg vernuftig. Na de oorlog was er een enorme schaarste aan bouwmaterialen en de bakstenen waren te duur. Zo besloot Jan Wils om beton te maken met steenpuin vanuit Duitsland (als restafval van de bombardementen). Je zou kunnen zeggen dat hij circulair bouwde ‘avant-la-lettre’. Wel bijzonder dat de huidige bewoners tijdens werken aan hun huis soms een sardineblikje, een dekseltje, … uit de muur halen. De voorziene inpandige regenpijpen waren een minder goed idee. Door vele lekkages zijn deze vervangen door nieuwe regenpijpen aan de buitenzijde van de woningen.
De noodzakelijke renovaties aan de woningen van Jan Wils zijn wel telkens een grote uitdaging gebleken. Bij eerste grote renovatiewerken in de jaren ‘60 zijn alle woningen beter geïsoleerd en zijn sommige raamprofielen vervangen, wegens vochtproblemen. Tijdens een tweede renovatieronde in 2004-2006 was het nodige budget zo groot, dat de wooncoöperatie voor een bijzondere manier van financiering heeft gekozen. Aan de bewoners van de ééngezinswoningen is aangeboden om hun woonrecht af te kopen. Voor dit woonrecht konden de bewoners een hypotheekrente afsluiten bij de bank die bovendien fiscaal aftrekbaar was. Het woonrecht bedroeg 175.000 euro, ofwel 75% van de toenmalige marktwaarde. Als de bewoners het woonrecht vandaag willen verkopen (ingeval van verhuis), dan zorgt een anti-speculatiebeding ervoor dat de coöperatieve vereniging het woonrecht kan terugkopen. Aangezien de coöperatie vandaag geen extra geld nodig heeft, tracht zij waar mogelijk de woningen terug te verhuren.
In de statuten van de coöperatieve vereniging staat ook heel duidelijk dat zij geen winstdoelstelling nastreven, maar wel een instandhoudingsdoelstelling. Bij de renovaties is het frustrerend om vast te stellen dat de erfgoeddiensten streven naar zoveel mogelijk herstel en behoud van de oude technieken of materialen. Dit lijkt tegenstrijdig met de visie van Jan Wils, die als vooruitstrevende architect net op zoek ging naar de meest innovatieve technieken.
Wat de Papaverhof uniek maakt, is niet enkel de architectuur, maar ook het beheer vanuit de wooncoöperatie. Zo beheren de bewoners al 100 jaar samen dit Rijksmonument. In het verleden zijn er pogingen geweest om het beheer uit te besteden aan een woningcorporatie of een andere vereniging, maar dit leidde tot teveel frustraties. Het Rijksmonument kan immers niet onderhouden worden met klassieke bouwmaterialen. Voor het herstellen van de buitengevels of tuinmuurtjes is bijvoorbeeld een speciale mortel uit Duitsland nodig. Vier jaar geleden heeft de coöperatie daarom besloten om het onderhoud en beheer terug zelf op te nemen. Dit vormt een nobele instelling van de drie gedreven bestuurders-bewoners, met een grote impact op hun tijdsbesteding.
10/10/2021
Papaverhof
Locatie 2565 BX Den Haag, Nederland
Programma 128 middenklassewoningen (68 eengezins- en 60 etagewoningen)
Architect Jan Wils
Opdrachtgever coöperatieve woningbouwvereniging Daal en Berg
Bouwperiode 1921
Foto’s Peggy Totté
Tekeningen plattegronden door Jan Wils, 1919
Bronnen & links
– Gesprek met Jos Praat, voorzitter van de coöperatieve vereniging. Zijn huis is opgenomen op de website van Iconic Houses. Een reportage van KRO-NCRV / Binnenstebuiten laat je binnenkijken in het huis van Jos en zijn vrouw Wil.
– Naar aanleiding van 100 jaar De Stijl publiceerde nai010 de uitgave ‘De Papaverhof van Jan Wils‘.
– Monumentenzorg Den Haag – De stijl van Jan Wils
– Aedes-Magazine editie 05-2017